Directeur-bestuurder Emmy Klooster is trots én bezorgd


Voor De Binnenvest was 2018 een turbulent jaar. Zo ging een groeiende vraag naar opvang gepaard met de switch naar het organiseren van meer gedifferentieerde opvang: lokaal en kleinschaliger voor wie dat past en opvang met 24/7 zorg en veiligheid voor wie dat nodig is. Lokaal organiseren en preventief werken (het voorkomen van huisuitzetting) zijn belangrijker dan ooit, stelt een zowel trotse als bezorgde directeur bestuurder Emmy Klooster.  

Voor de goede orde: de missie van De Binnenvest stond in 2018 én staat voor de komende jaren recht overeind. Emmy Klooster: ‘Cliënten moeten de zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben, zodat ze weer kunnen gaan meedoen in de maatschappij. Goede kwaliteit van zorg die beschikbaar is, dicht bij de cliënten, dat is wat ons in de eerste plaats bezighoudt. Zorg is voor elke cliënt anders en iedere cliënt heeft een eigen plek nodig. Het gaat erom dat je de rust en ruimte kunt vinden om te herstellen.’

Groei

De manier waarop De Binnenvest de zorg verleent en zich organiseert, verandert wel, zegt Emmy. Daarbij was 2018 een belangrijk jaar. ‘Deels moeten wij ons wel anders gaan organiseren omdat dakloosheid nog altijd groeit. Niet alleen in onze regio, maar in heel Nederland en zelfs in heel Europa is dat het geval. We zien veel gezinnen, waaronder ook voormalige vluchtelingen, die een beroep op ons doen. Tegelijkertijd ben ik er trots op dat we steeds beter samenwerken met onze relaties in de keten. Maar de druk is groot. We willen instroom in de opvang voorkomen en mensen helpen om zo snel mogelijk weer gewoon verder te kunnen met hun leven. Maar we zijn er ook voor mensen die langdurig zorg en begeleiding nodig hebben. Wij moeten elke dag ons werk heel goed doen en tegelijk voorsorteren op de ontwikkelingen die op ons afkomen.’

Decentraal

Een van die ontwikkelingen is de voorbereiding op 2021, wanneer de maatschappelijke opvang van rijkswege wordt gedecentraliseerd. In een convenant – een belangrijke mijlpaal – met Leiden en de regiogemeenten staan afspraken hoe de maatschappelijke zorg er straks uit moet gaan zien. Kort samengevat: nog lokaler werken, en meer kleinschalige voorzieningen voor opvang en beschermd wonen. Die ontwikkeling kreeg in 2018 al gestalte. Emmy: ‘Wij zijn continue op zoek naar manieren om de zorg beter te organiseren, beter aan te laten sluiten bij cliënten. Daarom deden en doen we samen met onze partners ook pilots, die we deels ook zelf hebben geïnitieerd.’

Noodkreet

Daarbij moet De Binnenvest het doen met de beperkte financiële middelen die er zijn. Emmy, die in de regionale media ook een noodkreet slaakte vanwege de groeiende dakloosheid in combinatie met de beperkte woonruimte en middelen: ‘Dat doet pijn. De beperkte financiële middelen dwingen ons soms om panden voor huisvesting te accepteren die eigenlijk niet voldoen aan de eisen. Ik vind dat er meer aandacht moet zijn voor kwalitatief goede locaties voor opvang. Het gaat hier om kwetsbare mensen die werken aan herstel. Herstellen gaat echt moelijker in een tochtig pand waar je maar een beperkte periode mag verblijven. Kwalitatief goede crisiswoningen zijn dus essentieel. Net als meer mogelijkheden voor housing first.’

Risico

Op het gebied van huisvesting kreeg De Binnenvest in 2018 ook een fikse knauw: in februari  werd het Sociaal Pension opgeschrikt door brand. Emmy: ‘Die brand heeft onze cliënten, maar ook ons als medewerkers enorm geraakt. Buiten het feit dat je nooit zoiets wilt meemaken, zagen we in dit incident ook aanleiding om ons veiligheidsbeleid en risicomanagement door te lichten. Zo hebben we een denkraam ontwikkeld, met daarin drie belangrijke facetten: veiligheid, kwaliteit van zorg en zelforganisatie.’

Zelforganisatie

Die zelforganisatie geldt voor teams van medewerkers, maar ook voor cliënten. Emmy: ‘Zelforganisatie heeft alles te maken met ‘krachtgericht werken’. Voor cliënten geldt dat zij zelf de regie hebben op hun hersteltraject. Wij nemen het alleen over als de client zelf niet meer in staat is om aan te geven of te handelen naar wat hij of zij nodig heeft. Voor onze medewerkers geldt dat zij in zelfstandig werkende teams aan de slag zijn, met duidelijke kaders en goede facilitering. In 2019 zullen onze teams beter verspreid zijn in het werkgebied, zodat zij goed en snel bereikbaar zijn voor onze cliënten en stakeholders.’

Jongeren

Hiermee is De Binnenvest ook beter opgewassen tegen huidige en nieuwe ontwikkelingen. ‘Zo zijn we dit jaar ook verder gegaan met het ontwikkelen van nieuwe voorzieningen voor jongeren. De jongeren vormen een relatief nieuwe groep, die we een beschutte plek willen bieden met onder andere inzet van ervaringsdeskundigen. Onze insteek is namelijk dat je jongeren – die vaak ‘onzichtbaar’ zijn voor instituties en de maatschappij – niet tussen GGZ-cliënten en verslaafden moet laten herstellen. Samen met andere zorgpartijen, corporaties en gemeenten willen we ervoor zorgen dat ze tot zichzelf kunnen komen. Dat is maatwerk.’ 

GGZ

Als gevolg van de extramuralisering van de GGZ melden zich ook meer GGZ-cliënten met een vraag om opvang. ‘Deze mensen kunnen niet terug naar waar ze vandaan zijn gekomen, en ze zijn ook nog niet helemaal opgewassen tegen het leven. Samen met GGZ en Brijder verslavingszorg zijn we nu bezig om afspraken op casus-niveau te maken voor cliënten in onze regionale voorzieningen. Dit willen we voortzetten in het lokaal en kleinschalig werken.’

Dat laatste geldt ook bij het voorkomen van huisuitzettingen. Emmy prijst de partners, waaronder de corporaties, die inmiddels op eigen gelegenheid De Binnenvest benaderen bij naderend onheil. Het leidt tot een groeiend besef in de keten dat preventie van huisuitzetting ongelofelijk belangrijk is. In de eerste plaats voor de mensen zelf, maar ook om instroom in de opvang te voorkomen.

Bereikt

Het werk van De Binnenvest is eigenlijk nooit ‘af’, maar Emmy is trots op wat er al is bereikt op weg naar decentrale opvang en beschermd wonen. ‘Samen met stakeholders, gemeenten, corporaties en zorgpartners hebben wij in 2018 flinke stappen gezet om onze doelen te realiseren. Onze insteek is altijd: we benaderen de cliënt vanuit de vraag wat hij of zij nodig heeft. En dat willen we de komende jaren blijven doen.’ 

 

U bent hier